Slapend slank worden

Een paar kilo's kwijtraken door te slapen. Het klinkt leuker, maar vooral veel makkelijker, dan minder eten en meer bewegen. Volgens Jane Worthington, auteur van het boek Het Droomdieet, slapend slank worden is het mogelijk. Hoe werkt het? De feiten vergeleken.

De laatste jaren is er veel aandacht voor de relatie tussen de slaapduur en het lichaamsgewicht. Sinds de ontdekking van het hormoon leptine in 1994 kan er steeds meer van deze samenhang verklaard worden. Leptine zorgt ervoor dat iemand zich verzadigd voelt na het eten.

Onderzoekers hebben ontdekt dat er bij te weinig slaap minder leptine in het bloed zit: je zit dus voor je gevoel niet goed vol. Tegelijkertijd is er een toename van een ander hormoon, ghreline, te zien. Dit hormoon bevordert juist de eetlust. Als je te weinig slaapt, heb je dus meer honger én moet je tegelijkertijd meer eten voordat je lichaam zegt dat je genoeg hebt gegeten.

Volwassenen en kinderen

Andere onderzoeken laten ook een verband zien tussen slaaptekort en overgewicht. Tijdens deze studies kijkt men niet naar de hormonen in het bloed, maar alleen naar de slaapduur en het gewicht van de mensen. Zowel bij volwassenen als bij kinderen is er een duidelijke relatie te zien. Het lijkt erop dat al vroeg de basis wordt gelegd voor overgewicht. Omdat kinderen die te zwaar zijn op latere leeftijd ook vaak te dik zijn, zijn deze onderzoeken erg belangrijk.

Televisie

Door stress, elektrisch licht, televisie en internet worden onze nachten korter. Omdat we tegenwoordig minder slapen en er veel meer zwaarlijvige mensen zijn dan vroeger, lijkt het duidelijk: we worden dikker omdat we te laat naar bed gaan. Je kunt natuurlijk zelf de lengte van je slaap beïnvloeden door ‘s avonds de televisie op tijd uit te zetten en een boek te gaan lezen. Je zult zien dat je eerder zin krijgt om naar bed te gaan. Overdag merk je dan misschien dat je minder trek hebt. Fitter zul je in ieder geval wel zijn.

Geen wondermiddel

Hoe langer je slaapt, hoe meer je afvalt? Helaas werkt het niet helemaal zo. Je moet natuurlijk een keer uit bed komen. Daarnaast is er vooral een verschil in gewicht tussen mensen die echt heel kort slapen (vijf uur of minder) en mensen met een gemiddelde nachtrust (zeven á acht uur). Als je al goed slaapt, zal meer slapen dus geen invloed hebben. Slaap je al een tijdje heel weinig of heel slecht, dan kan een betere nachtrust er wel voor zorgen dat je minder eetlust hebt en sneller verzadigd bent. Een wondermiddel is het echter niet.

Kritiek

Omdat alle onderzoeken zijn gedaan in een laboratorium, beweren critici dat de uitkomsten een vertekend beeld geven. Buiten het laboratorium, in het dagelijks leven dus, liggen de waarden van leptine en ghreline misschien wel hoger of lager. In de loop van de dag kan een lage leptinewaarde ook wel stijgen, en tijdens de studies wordt alleen op één tijdstip gemeten. Heel belangrijk is dat het verschil in gewicht slechts een paar kilo is. Als je veel te zwaar bent, zijn er andere factoren die je gewicht beïnvloeden: slaaptekort is niet de enige reden waarom je te dik bent.

Oorzaak en gevolg

Als je te weinig slaapt, ben je overdag moe. Waarschijnlijk heb je dan weinig zin om naar de sportschool te gaan. Misschien beweeg je gewoon te weinig? Of misschien werkt de relatie wel precies de andere kant op? Mensen met zwaarlijvigheid hebben namelijk vaker slaapproblemen. Dus het slaaptekort zou wel eens niet de oorzaak van overgewicht kunnen zijn, maar het gevolg.

Ook minder eten

Voldoende slapen is ongetwijfeld goed voor je. Als je slaapproblemen hebt, moet je zeker proberen er wat aan te doen. Denk niet dat de kilo’s eraf vliegen. Zelfs met genoeg slaap zet je een teveel aan calorieën om in vet. Zorg dus voor genoeg beweging en let op wat je eet. Omdat iemand die moe is, minder zin heeft om te gaan sporten of om actief bezig te zijn, is het ook voor kinderen belangrijk voldoende te slapen. Laat je kinderen niet de hele avond voor de televisie zitten. Zo voorkom je op jongere leeftijd dat ze verkeerde gewoonten aanleren en later te dik worden.

Bron: msn.gezondheidsnet.nl