Afslanktip 16: hoeveel eet je het best en wanneer?

Iedere maaltijd heeft zijn eigen rol te vervullen en hoeveelheid energie aan te brengen voor de rest van de dag.

Ideaal zorg je voor volgende spreiding van de energietoevoer:

 Maaltijd   % van de energietoevoer 
 Ontbijt  20%
 Voormiddagtussendoortje   5%
 Middagmaal  35%
 Namiddagtussendoortje  5%
 Avondmaal  30%
 Avondtussendoortje  5%


Deze spreiding over 6 in plaats van 3 eetmomenten zorgt ervoor dat je nooit honger hebt, waardoor je niet in de verleiding komt om te snoepen of om jezelf te overeten tijdens de hoofdmaaltijden. Een ontbijt dient om 'vol te tanken', om vol energie aan een nieuwe dag te beginnen. Het moet rijk zijn aan samengestelde koolhydraten, afkomstig van graanproducten zoals muesli of brood. Kies als tussendoortje niet voor calorierijke, vitamineloze snacks, maar voor fruit, wat rauwe groenten, een glas magere melk of een potje magere platte kaas of light yoghurt. Het middagmaal moet voor voldoende eiwitten (bouwstoffen), koolhydraten en vetten (energieleveranciers) zorgen. Een avondmaal zou even compleet moeten zijn, zodat het lichaam z'n verschillende voorraden weer op peil kan brengen, maar aangezien je lichaam geen inspanningen meer moet verrichten, hoeft het echter niet zo rijk te zijn aan energie.